Tussentijdse project evaluatie

Lida voerde een tussen-tijdse evaluatie uit van een groot project gefinancierd door het Blue Action Fund. De projectorganisatie, Wildlife Conservation Society (WCS) werkt al jaren samen met kust gemeenschappen en lokale overheden in Melanesië aan duurzaam gebruik van de zee en behoud van biologische en economische functies van kust gebieden. Het Blue Action Fund financiert projecten met de volgende doelstelling: “Non-profit Organisaties verbeteren het beheer van wereldwijd belangrijke beschermde mariene gebieden en hun duurzame gebruikszones in nauwe samenwerking met relevante belanghebbenden”.

WCS en hun lokale partners hadden te maken met project vertraging door COVID-19. Restricties op toerisme en op import en transport van voedsel en andere belangrijke middelen in deze regio van grote en kleine eilanden, hebben belangrijke lessen opgeleverd: behoud en duurzaam gebruik van lokale visbestanden is belangrijk voor voedsel zekerheid, en capaciteit opbouw van lokale leiders en jeugd versterkt de zelfredzaamheid en verminderd afhankelijkheid van anderen.

De evaluatie omvatte onder meer:

  1. Een uitgebreide analyse van de geïmplementeerde maatregelen en activiteiten van het project en beoordeling van de voortgang en prestaties.
  2. Analyse van de onderliggende oorzaken van projectvertragingen of uitdagingen om doelstellingen te bereiken.
  3. Voorstellen van maatregelen om projectprestaties en de toekomstige implementatie te verbeteren, middels aanpassingen aan het projectontwerp en aanbevelingen over verschuivingen in het budget.
  4. Begeleiden van een proces tot acceptatie van evaluatieresultaten door de project organisatie.
  5. Informeren van Blue Action Fund over de status van het project en ondersteuning bieden aan het bestuur van Blue Action Fund bij het beslissen over mogelijk vervolgwerk.

Een belangrijke les van de tussentijdse evaluatie was dat verschil van interpretatie van de verander theorie tussen de project organisatie en de donor, onduidelijkheden en enige frustratie had veroorzaakt.

De donor ziet het investeren o.a. in infrastruktuur als noodzakelijk om compensatie te bieden aan kustbewoners voor beperkingen die verband houden met bescherming van zee gebieden. De project organisatie maakte duidelijk dat in hun ervaring de regels die binnen Melanesia beschermde natuurgebieden worden geïmplementeerd, niet resulteren in een substantieel inkomensverlies, omdat ze over het algemeen nog steeds een voortzetting van duurzame oogst mogelijk maken binnen de grenzen van het beheerde gebied. Als er sprake is van een klein inkomensverlies, zijn Melanesiërs geneigd dit als acceptabel te beschouwen, om intergenerationele gelijkheid te creëren, zodat hun kinderen en kleinkinderen dezelfde voordelen van gezonde produktieve ecosystemen kunnen behouden.

Melanesiërs ontlenen een zeer sterk gevoel van welzijn aan het kunnen garanderen van intergenerationele gelijkheid – dus “compensatie” door middel van investeringen in levensonderhoud wordt niet als nodig beschouwd. Echter, bewijs dat adequaat beheer van ecosystemen deze intergenerationele gelijkheid kan ondersteunen, is vaak voldoende om mensen tot actie aan te zetten.

Vanwege dit besef kwamen de project partners overeen dat de waarde van infrastructuurinvesteringen niet moet worden gezien als gerelateerd aan natuurbehoud, maar als ondersteuning van duurzame bestaansmiddelen. Onze interviews bevestigden dat mensen het idee van investeringen in levensonderhoudsprojecten zeker waarderen – gezien het feit dat er weinig mogelijkheden zijn om inkomen te verdienen in kust- en plattelandsgemeenschappen. Echter, haalbaarheidsstudies en waardeketenbeoordelingen zijn nodig om deze investeringen in levensonderhoudsprojecten goed te ontwerpen, en zodat geen valse hoop word gewekt op rendement.

De project partners zijn overeengekomen gedegen haalbaarheid studies uit te laten voeren met lokale relevantie voor verschillende economische sectoren, alvorens in infrastruktuur te investeren.